Vrijstelling voor tussenconsolidatie

Schrijver

TAG

Datum

19 december 2020

Categorieën

Waarom consolideren niet altijd verplicht is! De wet (artikel 2:406 lid 1 BW) vereist dat een rechtspersoon die aan het hoofd staat van een groep, een geconsolideerde jaarrekening opstelt. Een rechtspersoon kan in een aantal gevallen vrijgesteld zijn van consolidatieplicht. Lees hieronder wanneer dat voorkomt.

Ga snel naar:

Denkt u nu al: ik heb hulp nodig? Schakel dan The Audit Generation in. Wij helpen u met alles betreft consolidatie!

Wat is het voordeel van vrijstelling voor tussenconsolidatie?

Het voordeel van deze vrijstelling is dat de rechtspersoon alleen een enkelvoudige jaarrekening hoeft op te maken waarin groepsmaatschappijen tegen kostprijs gewaardeerd mogen worden. Een van de consolidatievrijstellingen betreft de vrijstelling voor tussenconsolidatie. De toepassing van de vrijstelling voor tussenconsolidatie gaat in de praktijk regelmatig mis! Een rechtspersoon moet namelijk voldoen aan een aantal wettelijke vereisten om de vrijstelling toe te mogen passen.

Wat is de hoofdregel voor consolidatie?

De consolidatiekring geeft aan welke maatschappijen in principe in de consolidatie moeten worden opgenomen. In de geconsolideerde jaarrekening worden de financiële gegevens opgenomen van de rechtspersoon zelf, zijn dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen die onder de rechtspersoon vallen en andere rechtspersonen waarop de rechtspersoon een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover de rechtspersoon de centrale leiding heeft. De consolidatieplicht is van toepassing op zowel het hoofd van de groep als op een tussenhoudstermaatschappij.

Wat is een tussenhoudstermaatschappij?

Een tussenhoudstermaatschappij is een rechtspersoon die zich bevindt tussen een houdstermaatschappij (holding) en een werkmaatschappij. De holding bezit de aandelen in de tussenhoudstermaatschappij, die op haar beurt weer de aandelen in de werkmaatschappij houdt.

Wat zijn de uitzonderingen op de regel van vrijstelling voor tussenconsolidatie?

Een rechtspersoon kan in een aantal gevallen vrijgesteld zijn van zijn consolidatieplicht. Dat kan indien:

  • de omvang van de rechtspersoon en zijn groep aan te merken is als ‘klein’;
  • aan de vereisten wordt voldaan voor vrijstelling tussenconsolidatie;
  • sprake is van een personal holding die niet aan het hoofd van een groep staat.

Dit blog gaat dus nader in op de tweede uitzondering. 

Aan welke vereisten moet een tussenhoudstermaatschappij voldoen om de vrijstelling van tussenconsolidatie te mogen toepassen?

De wet (artikel 2:408 BW) stelt aan de vrijstelling van consolidatie door tussenhoudstermaatschappijen diverse voorwaarden.

Dat zijn de volgende:

  1. er is daartegen binnen zes maanden na de aanvang van het boekjaar geen schriftelijk bezwaar bij de rechtspersoon gemaakt door ten minste een tiende van de leden of door houders van ten minste een tiende van het geplaatste kapitaal;
  2. de financiële gegevens die de rechtspersoon zou moeten consolideren zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel;
  3. de geconsolideerde jaarrekening en het bestuursverslag zijn opgesteld overeenkomstig de voorschriften van richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, indien deze voorschriften niet behoeven te zijn gevolgd, op gelijkwaardige wijze;
  4. de geconsolideerde jaarrekening met accountantsverklaring en bestuursverslag, voor zover niet gesteld of vertaald in het Nederlands, zijn gesteld of vertaald in het Frans, Duits of Engels, en wel in dezelfde taal;
  5. telkens binnen zes maanden na de balansdatum of binnen een maand na een geoorloofde latere openbaarmaking ten kantore van het handelsregister de in onderdeel d genoemde stukken of vertalingen zijn neergelegd.

Let op: Aan alle bovenstaande vijf voorwaarden dient voldaan te worden om toepassing van de vrijstelling mogelijk te maken!

Een tussenhoudstermaatschappij waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (of een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is) kan géén gebruik maken van de vrijstelling van tussenconsolidatie.

Vereiste letter C vraagt om nadere verduidelijking

Met betrekking tot de onder C genoemde gelijkwaardige methode, geeft de wet aan dat de minister van Justitie voorschriften kan aanwijzen die als gelijkwaardig zullen gelden. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de standaarden van de IASB als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd. Ook als de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met wet- en regelgeving geldend in een niet-EU-land, kan zijn voldaan aan de gelijkwaardigheidseis. Deze eis moet niet gezien worden als een gelijkheidseis, maar als een tenminste eis van gelijkwaardige kwaliteit van de wet en/of regelgeving met betrekking tot de financiële verslaggeving. 

Het is de verantwoordelijkheid van de verslaggevende rechtspersoon om aan de hand van de inhoud van deze geconsolideerde jaarrekening vast te stellen of daarvan sprake is. Zoals uit bovenstaande blijkt kan een tussenhoudstermaatschappij gebruik maken van de vrijstelling van tussenconsolidatie als de moedermaatschappij IFRS toepast in haar geconsolideerde jaarrekening en eveneens voldaan wordt aan de overige voorwaarden van artikel 2:408 BW. Zie hier het overzicht van landen die IFRS in meer of mindere mate toepassen.

Wat gaat er in de praktijk fout met de vrijstelling tussenconsolidatie?

Op een aantal punten gaat het regelmatig mis in de praktijk:

  • Letter B (financiële gegevens opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel): hieraan wordt niet voldaan als de financiële gegevens proportioneel zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel, omdat er dan geen sprake is van een groepsdeel.
  • Letter E (deponering bij handelsregister): Onder kantoor van het handelsregister wordt verstaan het handelsregister in Nederland. Deponering bij een soortgelijk register in het land van de moedermaatschappij voldoet niet.
  • Letter E (deponering bij het handelsregister): hieraan wordt niet voldaan als de consoliderende rechtspersoon op grond van geldend recht slechts een geconsolideerde balans met toelichting publiceert. De gehele geconsolideerde jaarrekening, dat wil zeggen een balans- en winst- en verliesrekening met toelichting, dient te worden gepubliceerd.
  • Letter E: hieraan wordt enkel voldaan als de geconsolideerde jaarrekening binnen de lokale deponeringstermijn (als sprake is van een buitenlandse moeder) en binnen de deponeringstermijn van de vrijgestelde tussenhoudster gedeponeerd wordt bij het Handelsregister. Dit betekent dat het na zes maanden deponeren van de jaarstukken van de consoliderende buitenlandse moeder in Nederland enkel mogelijk is wanneer:
    • de moeder volgens de wetgeving van het betreffende land van herkomst niet binnen zes maanden behoefde te deponeren;
    • de vrijgestelde tussenhoudstermaatschappij uitstel heeft gekregen van de termijnen voor opmaken van de enkelvoudige jaarrekening (er is sprake van een geoorloofde latere openbaarmaking).

Het deponeren van een enkelvoudige jaarrekening van de tussenhoudster die de vrijstelling voor tussenconsolidatie heeft toegepast maar waarbij nog geen  deponering van de geconsolideerde jaarrekening van een maatschappij op een hoger gelegen niveau heeft plaatsgevonden voldoet dus niet aan de wettelijke vereisten.

Wanneer is het economisch verstandig een tussenconsolidatie op te stellen?

Als een rechtspersoon gebruik maakt van de vrijstelling voor tussenconsolidatie kunnen de groepsmaatschappijen waarvoor hij een aansprakelijkheidsverklaring (als bedoeld in art. 2:403 lid 1 onder f BW) heeft afgegeven, geen gebruik maken van de vrijstelling dat de jaarrekening niet overeenkomstig de voorschriften van Titel 9 Boek 2 BW behoeft te worden ingericht en gedeponeerd.

Aanvullend is het soms wettelijk niet verplicht om een tussenconsolidatie op te stellen echter economisch wel verstandig. Hierbij kan gedacht worden aan een tussenhoudster die aan specifieke tenders (bouw, overheidsprojecten) wil deelnemen en de tussenconsolidatie gebruikt omdat deze aan de eigen vermogen en rendementsvereisten voldoet. Het behalen van de ratio’s kan voor de gehele groep in sommige situaties moeilijker zijn omdat de groep als geheel bijvoorbeeld een omvangrijke vastgoedportefeuille bevat die de solvabiliteit drukt.

Wilt u zeker zijn van uw zaak? Schakel The Audit Generation in!

Mocht u vragen hebben over de toepassing van de vrijstelling voor tussenconsolidatie of over andere verslaggevingsonderwerpen, dan helpen wij u graag. 

Partner

drs. Mark van Diermen RA

2021-10-25T15:18:08+01:00
Ga naar de bovenkant